Behandelvaccin tegen baarmoederhalskanker komt dichterbij

Kanker die door een virus is veroorzaakt, kan met een vaccin worden bestreden. Waar leidt dat toe?

Onderzoekers van het LUMC Leiden hebben een immunotherapie tegen schaamlipkanker ontwikkeld. Patiënten met een voorstadium van deze door een virus veroorzaakte kankersoort kregen een vaccin tegen het Humane Papillomavirus-16. Bij bijna de helft van de negentien behandelde patiënten verdwenen de tumorachtige afwijkingen en het virus volledig. Twee jaar later was dat nog steeds zo. Bij nog eenderde van de vrouwen was er wel duidelijk verbetering, maar ze genazen niet volledig. Vier vrouwen reageerden niet zichtbaar op de therapie.

De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in The New England Journal of Medicine. Ze zijn interessant omdat voor het eerst een therapeutisch vaccin goed blijkt te werken bij mensen met een door een virus veroorzaakte tumor. De Leidse onderzoekers hebben gekozen voor een nieuwe aanpak door zogeheten ‘lange synthetische peptiden’ te gebruiken. Peptiden zijn korte eiwitketens, in dit geval 25 tot 35 aminozuren lang. Het onderzoek biedt ook perspectief voor de behandeling van baarmoederhalskanker, omdat deze voor een belangrijk deel door hetzelfde virus, HPV-16, wordt veroorzaakt.

‘We hebben hiermee bewezen dat het principe van de genezende vaccinatie werkt. En dat we het immuunsysteem gericht kunnen activeren om voorstadia van tumoren op te ruimen’, zegt prof. Kees Melief, hoogleraar immunologie in Leiden, wiens groep de therapie heeft ontwikkeld. Melief is er vooral tevreden over dat specifieke cellen van het immuunsysteem zich door het vaccin heel gericht tegen het afwijkende weefsel keren, dat deze reactie beklijft en er geen tolerantie tegen het vaccin optreedt. De resultaten bewijzen ook dat de immuunreactie wezenlijk is voor de therapie. Vrouwen van wie het immuunsysteem slechts weinig door het vaccin geactiveerd wordt, hebben minder kans op genezing.

Prof. Gemma Kenter, hoogleraar oncologische gynaecologie, die het klinische deel van de studie leidde, waarschuwt dat er nog een lange weg te gaan is voor deze therapie succesvol kan worden ingezet tegen baarmoederhalskanker. ‘Eerst gaan we kijken of we de reactie van het immuunsysteem op het vaccin kunnen verbeteren. Bijvoorbeeld door een combinatie van vaccinatie met een crème, imiquimod, op de plaats van het aangedane weefsel. Imiquimod activeert het immuunsysteem a-specifiek en kan ook tot genezing leiden. Sommige vrouwen reageren op imiquimod, anderen beter op vaccinatie. Daarom ligt een combinatie voor de hand.’

Melief onderzoekt al jaren de mogelijkheden om het immuunsysteem tegen kankercellen te richten. Wat aanvankelijk redelijk eenvoudig leek, blijkt een zeer gecompliceerde zaak. De gedachte achter therapeutische vaccinatie tegen tumoren is de waarneming dat tumorcellen zich onderscheiden van gezonde cellen. Hun stofwisseling is aangepast aan hun ongebreidelde groei, en daarvan zijn sporen aan de buitenkant van de cellen terug te vinden. Zoals afwijkende eiwitten, of fragmenten daarvan, aan het celoppervlak.

Bij een tumor die ontstaat door een virus, zoals baarmoederhals- en schaamlipkanker, verschijnen er ook viruseiwitten aan het celoppervlak. Die kan het afweersysteem herkennen als lichaamsvreemde elementen en daar killercellen op afsturen om de afwijkende cellen onschadelijk te maken.

Bij beginnende baarmoederhals- en schaamlipkanker gebeurt dat ook bij meer dan 99 procent van de vrouwen. Soms weten de tumorcellen echter te ontsnappen aan de aanval van het immuunsysteem. Als artsen het immuunsysteem van die vrouwen kunnen activeren en specifiek kunnen richten tegen de tumorspecifieke eiwitten, zouden de tumorcellen alsnog onschadelijk kunnen worden gemaakt.

Dat gericht activeren van het immuunsysteem tegen indringers gebeurt al van oudsher bij infectieziekten door vaccinatie met eiwitten (of geïnactiveerde micro-organismen). In principe moet dat ook bij tumoren kunnen.

De praktijk blijkt echter weerbarstig. Onderzoekers hebben op diverse manieren geprobeerd de betrokken eiwitten van het tumorvirus te gebruiken voor vaccinatie. Het immuunsysteem reageert daar meestal wel op, maar dikwijls net anders dan verwacht, en de tumoren verdwijnen niet als sneeuw voor de zon, zoals gehoopt.

Melief: ‘We zijn er al ruim twintig jaar mee bezig en komen er steeds meer achter dat het maken van een goed werkend vaccin tegen tumorcellen vooral zit in de details.’

Bron: de Volkskrant
Door: Maarten Evenblij